Ze worden regelmatig voor gek verklaard dat ze voor een poging van minder dan een minuut helemaal vanuit Zeeland naar evenementen zoals de Megapull reizen. Maar Barry de Hond en zijn broer (en vaste rijder) Peter weten wel beter. De sport is het waard!
Ze hebben het pullingvirus flink te pakken en strijden dit seizoen in de Topklasse met hun Blue Brother voor een podiumplek. Dat komt niet uit de lucht vallen, en daarom heeft de Ford TW-20 de afgelopen winter een serieuze verbouwing ondergaan, vertelt Barry. Grootste verandering zijn de gewisselde banden. Reed het team voorheen op banden met origineel landbouwprofiel, dit seizoen is de switch gemaakt naar pullerbanden. “Vorig jaar kregen we de kans deze banden te lenen en uit te proberen tijdens vier wedstrijden. Dat beviel zo goed dat we ze zelf hebben aangeschaft.” Het betekent voor de Blue Brother een aanzienlijke verbetering: meer grip op de baan en ‘meer rijden op spin en snelheid’, zoals Barry het uitdrukt.
Als onderdeel van dezelfde grote verbouwing werd bovendien de versnellingsbak aangepast en wordt een nieuw motorblok opgebouwd. Het zijn bepaald geen kleine aanpassingen zo vlak voordat de competitie losbarst, maar de secure rijstijl van broer Peter en het tactische inzicht van Barry laten weinig ruimte voor risico’s. “Sinds vorig jaar is Peter de vaste rijder en dat is heel goed bevallen. Ikzelf hou zo alle ruimte om de baan goed te observeren en te focussen op alle zaken die voor, tijdens en na de race om de aandacht vragen.”
De afgelopen jaren maakte de Blue Brother indruk door in een hoog tempo van de Belofte- en via de Promoklasse op te rukken richting de Topklasse, waarin ze sinds anderhalf jaar met de twaalf beste teams strijden om een plek op het podium. Het gaat in deze klasse echt om centimeters, vertelt Barry. “Iedereen heeft zijn machine gebouwd tegen het randje van de reglementen van de klasse. Van de lengte van het voertuig en de breedte van de wielen tot de maximale inhoud van motor. Iedereen zit heel dicht op elkaar, en dat maakt het ook zo spannend.”
