Team Vampire gaat dit seizoen voor goud

30 mei 2022

Ze zijn niet vies van een beetje avontuur en bovendien besmet met een tomeloze ambitie. In combinatie met een nieuwe motor met een nóg grotere cilinderinhoud jaagt het vijfkoppige team Vampire uit Neede dit jaar op goud.

Het moet gaan werken: de compleet nieuwe Brad Anderson V8-motor (de grootste Hemi die er momenteel in Europa is, met 9,6 liter cilinderinhoud) én een nieuw chassis. Deze ingrepen waren nodig om het onderscheidend vermogen te behouden op de concurrent, vertelt teamlid Remi Vreemann. Maar eigenlijk kan niemand voorspellen hoe het zal gaan over een heel seizoen, want zelfs in Amerika is er geen trekker die met een motor samenstelling als die van hen rijdt. “In deze klasse rijdt de meerderheid met een V8-motor; op het oog lijken ze hetzelfde, maar de onderliggende verschillen zijn groot. Ieder team heeft een eigen visie op de motorsamenstelling en daarmee de karakteristiek. Wij hebben met onze grote cilinderinhoud een toerental beperking, maar daarentegen wel veel trekkracht. Een positieve uitwerking van dit concept is zeer afhankelijk van de baanomstandigheden. Het moet over een heel seizoen uitwijzen wie de juiste strategie heeft gekozen. Bovendien doen wij het graag net even anders dan anderen.”

De Vampire deed het de afgelopen jaren zeker niet slecht. In 2016 werd het team Nederlands kampioen, in 2017 derde, in 2018 tweede en in 2019 eindigde het team opnieuw als derde. Tijd dus om het goud weer in handen te krijgen, vindt Remi. “Niet dat het zal meevallen, want de Mini Unlimiteds-klasse kent veel ambitieuze teams. De top is inmiddels erg breed waarmee het pittig concurreren is, een podiumplaats behalen is dus niet meer zo vanzelfsprekend. Daarmee is de competitie echt veranderd. Waar je vroeger bijvoorbeeld gerust een heel seizoen met dezelfde banden reed, wordt ook hier heel zorgvuldig naar gekeken. De klasse is dus veranderd, maar daarmee ook alleen maar leuker en uitdagender geworden, wat ons betreft.”

De prestaties liggen tegenwoordig zo hoog dat je echt de grens van de techniek moet opzoeken om het podium te halen, en daarbij ga je ook eenvoudig over de grens met schade of een lagere klassering tot gevolg. Wil je meestrijden voor het kampioenschap, dan zit het venijn in de details. “Voor diegenen in het publiek die onwetend zijn over technische details, maakt dat niet zoveel uit. Want in deze klasse is sensatie gegarandeerd. De verhouding vermogen/gewicht is extreem, met veel spektakel als gevolg. Superleuk om te zien dus.”

Hoewel hij hoopt op klinkende baansuccessen in de nabije toekomst, weet Remi inmiddels ook dat pech in een klein hoekje kan zitten. In hun debuut met de V8 motor in 2013 ging het gelijk de eerste wedstrijd mis door een fout in het brandstofsysteem. Hierdoor werden in de gloednieuwe motor binnen tien meter alle bewegende onderdelen afgeschreven. “Een enorme tegenvaller, maar daar moet je tegen kunnen in deze sport. We hebben geleerd om nooit bij de pakken neer te gaan zitten en vooruit te blijven kijken. Doorpakken dus!”